Voor de laatste ronde van het Nederlands Kampioenschap is het hele circus naar het inmiddels bekende veld aan de Bredeweg in Oosterland getrokken. De eerste enthousiastelingen stonden ruim voor 9 uur al op het veld en terwijl de wedstrijdleiding de tent ging opbouwen en het veld uitleggen, gingen de eerste kisten al de lucht in voor een trim/aftast vluchtje.
De weerberichten waren niet erg consequent de afgelopen dagen. Ik heb alles voorbij zien komen van veel regen tot geen regen dus was het een beetje afwachten hoe het er uiteindelijk uit ging zien. Helaas duurde het eventjes voordat de eerste ronde daadwerkelijk van start kon gaan.
Tijdens die eerste testvluchtjes hoorde je de miezerdruppels al her en der zachtjes op de vleugels tikken, tegen het eind van de briefing waren het al gewone regendruppels en werden de vliegtuigen onder dekzeiltjes verstopt en kwamen de paraplu’s uit de auto’s.
Mistroostig naar de grijze lucht kijkend werden er weer mooie verhalen gedeeld, ervaringen uitgewisseld en vooral veel naar de grijze lucht gekeken. Maar uiteindelijk werd het tikken van de druppels steeds minder en tegen half 12 werd dan toch eindelijk die bevrijdende klik gegeven om de 5 minuten voorbereidingstijd voor de 1ste ronde te starten.
Vervolgens ging de tijd snel. Wie wel eens aanwezig is geweest kent het; iedereen loopt naar de pits voor zijn eigen voorbereiding of is onderweg naar zijn startplek voor zijn vlucht of om een rondje te coachen/timen. Wie even niets te doen heeft zoekt een plekje waar hij /zij goed kan zien wat er gebeurt want het kijken naar anderen is enorm leerzaam en geeft veel informatie over de thermische ontwikkelingen op en rond het veld.
Waar gaat ‘het’ vandaag te vinden zijn? Hoe hoog of laag durven ze te starten? Naar welke hoek van het veld gaan ze en wie doet het goed?
Ik kan niet voor de anderen spreken maar met dit weer zal ik niet ‘gewoon’ een middagje gaan vliegen. Dit zijn dus ook geen omstandigheden waarmee ik mij op mijn gemak voel en weet dus ook niet 1-2-3 wat de beste keuze is.
Uiteindelijk bleek de hele dag de hogere start de betere. Ik heb geen uitslagen of rondescores gezien maar ik heb niemand uitzonderlijk lager dan de rest zien starten en volgens mij is er niemand ver onder de 100meter gestart met toch de tijd vol vliegen.
De meest zekere tactiek leek naar betrouwbare hoogte te klimmen en heel zuinig in ‘dikke lucht’ te blijven hangen in de hoop wat tegen te komen. Een enkeling wist daadwerkelijke thermiek te vinden maar de keren dat er daadwerkelijk iemand echt weg wist te klimmen kan je op 1 hand tellen.
Onder een bepaalde hoogte leek het dan soms ineens gedaan en zakten zelfs de allerbeste kisten gewoon weg waardoor er niet veel rondes waren waar het hele veld de tijd vol wist te maken.
Het deelnemersveld was indrukwekkend en divers. Van hoplichte F5j snoepjes als een Maxa en Ultima, tot Perfections Explorers en Supra’s, maar gelukkig vliegt er ook nog steeds wat hout, als een Pulsar en een kistje van Topmodel, rond en zijn er daarnaast ook nog wat zelfbouwers als Peter Keim en Geert van Melick actief.
Elke kist heeft zijn sterke en zwakke punten, het is dan aan de piloot om die te benutten en het is indrukwekkend om dan te zien hoe weinig sommige kisten nodig hebben om in de lucht te blijven. Maar ook dat de juiste keuze maken, netjes vliegen en natuurlijk een beetje geluk nog steeds belangrijk zijn en blijven.
Mijn ‘moment of glory’ kwam in de 2de ronde waar ik precies de juiste hoek gekozen had en met een zekere 180meter starthoogte heel erg goed kon blijven hangen met mijn eigenbouw InPuls. Met o.a. Pike Dynamic’s en El Niño’s die mee vlogen was de concurrentie niet misselijk maar toen mijn coach vertelde dat ik de enige was die nog vloog, met nog steeds een aardige hoogte, begon ik aardig te glimlachen.
De dag hebben we afgesloten met een lekker zonnetje, blauwe lucht begon al wijdverspreid zichtbaar te worden en er begon een beetje wind op te steken. Maar de echte thermiek wilde maar niet loskomen en het bleef een beetje hangen en wurgen om de tijd vol te vliegen. De eerste cirkelende vogels kwam pas over toen de 5de ronde al lang gevlogen was en iedereen zijn spullen weer klaar voor de rit naar huis had.
De dag begon dus moeizaam, ik had de indruk dat het deelnemersveld moeite had om echt gemotiveerd te blijven, maar bij de prijsuitreiking zagen we toch een hoop glimlachende piloten: Bob Tito kon gelukkig gewoon blijven lachen om zijn minste resultaat ooit. Ik ben gruwelijk trots op mijn 1000, 11de vandaag en (voorlopige) 12 plaats in het NK. Peter Zweers greep net naast het podium die onze enige Oosterbuur Bernd M. net voor zijn neus weg wist te kapen. Herman Dievelaar, die wél raad weet met dit soort dagen, scoorde een uitstekende 2de plek scoorde maar de champagne ging vandaag naar Frank van Melick. Ik heb hem niet veel gezien vandaag (hij staat telkens aan de andere kant van het veld geloof ik) maar hij was deze omstandigheden het beste de baas en heeft deze editie van Oosterland op zijn naam geschreven.
Daarnaast is er vandaag geen onvertogen woord gevallen, ik heb geen crash of mid-air gezien en volgens mij is, op wat waterschade na, alles heelhuids mee naar huis gegaan. Het was een mooie afsluiting van het seizoen onder leiding van gelegenheidswedstrijdleider Arno ,dank daarvoor, en hopelijk kunnen we volgend jaar weer lekker verder.
Resumerend ben ik erg blij dat ik toch nog 3 keer mee heb kunnen doen dit jaar. Ik ben in 2014 met een Topmodel Diva (thermik Dream) begonnen met F5j om beter te leren thermieken . Toen ging ik voor de rode lantaarn, ik heb dat 1ste jaar maar een paar keer de 10 minuten vol gevlogen want er komt veel meer kijken bij thermieken dan ik ooit had verwacht.
Waar ik dacht dat ik de Diva van haver tot gort kende, dankzij mijn vele uren op het duin, bleek niets minder waar. Roeruitslagen, mixers, koppelingen en zwaartepunt waren allemaal voor verbetering vatbaar.
Door veel kijken, advies vragen bij anderen en ook luisteren naar wat die te zeggen hebben ging ik het spelletje steeds beter snappen, er kwam af en toe 9:56-jes op de klok en kan ik ook in mijn vrije tijd veel meer van thermiek genieten.
In 2015 heb ik met mijn Orca gevlogen en die heb ik mede door alle hulp en opgedane kennis (naar mijn idee) heel erg lekker vliegend gekregen.
Maar ik blijf erg gevoelig voor wedstrijdstress en de Orca nog wel wat gevoelig voor fouten tijdens het sturen. Ik ben veel te zuinig op die kist om hem daardoor kapot te vliegen en heb een andere doelstelling voor het wedstrijdvliegen.
Ik wil mijzelf verbeteren in het in- en afstellen van mijn vliegtuigen, in het herkennen van thermiek en het er in rond vliegen. Daar heb je m.i. geen hele dure kist voor nodig (mag wel natuurlijk) maar in de basis moet het goed zitten, een ‘echte’ kan altijd nog.
In 2016 liet mijn werk helaas weinig deelname toe maar in dat jaar kwam Hoellein met de Inside op de markt. Ik ben al lang liefhebber van de Climaxx (en de hoellein bouwdozen)en zag de Inside als de voor mij perfecte f5j kist en ik heb dus ook niet lang getwijfeld om hem meteen te gaan bouwen.
De 1ste wedstrijd die ik er mee vloog pakte ik de 11 plek met bijna 90% score en dat gaf mij de drive om er mee door te gaan. Top 10 moet haalbaar zijn met de Inside!
Door mijn eigen drive om ook graag met iets anders dan anders rond te vliegen, en het feit dat ik de nieuwe Plus helemaal te gek vind, heb ik afgelopen zomer de Inside omgebouwd naar een Twin Boom Inverted V-tail configuratie, die heb ik omgedoopt naar InPuls en daarmee in Oosterland weer een lekkere 11de plaats kunnen pakken.
Zonder de kennis die ik de voorgaande jaren heb opgedaan had ik deze kist zo niet kunnen bouwen en gevoelsmatig kan ik er nog zo veel meer aan verbeteren dat ik deze winter ga focussen op hem helemaal goed te krijgen voor het nieuwe seizoen.
Ik weet inmiddels dat zelf op de club rondjes vliegen veel makkelijker is dan daadwerkelijk op een wedstrijd presteren als het moet. Alle lof dus voor de mannen die het op de wedstrijden wél kunnen…..ik zit nog volop in de leerfase en hoop volgend seizoen te kunnen vliegen zoals ik het in mijn eentje ook (wel eens) kan.
Ik hoop ook dat ik met dit verhaaltje twijfelende zweefliefhebbers kan overtuigen om gewoon eens een rondje mee te doen.
Niet om een dag veel te vliegen, want je vliegt hooguit 5 a 6 keer 10 minuten (als je geluk hebt!), maar omdat je wel de hele dag met vliegen en alles wat daarbij komt kijken bezig bent, je gaat heel anders vliegen als het ineens ‘moet’ en daarnaast kan je genieten van wat de klassements-vliegers weten te presteren. Het zijn lange maar leuke dagen en ik ga mijn best doen er elke keer te zijn in 2018!
Tot volgend jaar!!
Justus Moree