Zondag 8 september was het veld van de Stootkop in Reuver de aangewezen locatie voor de 4de ronde in het Nederlands Kampioenschap.
Ik zou aanvankelijk niet eens aanwezig zijn van mijn jaarlijks terug kerende tripje met een paar goede vliegvrienden naar een berg in Oostenrijk, maar die viel letterlijk in het water. Dus in plaats van daar nog 2 dagen naar mist en regen te moeten kijken, hebben we besloten om eerder naar Nederland terug te rijden om de F5j mee te kunnen vliegen en zo nog iets van het vliegweekend te maken.
De voor de gelegenheid geleende bus trok redelijk wat bekijks want wij waren niet alleen aanwezig met voor F5j geoptimaliseerde modellen. Voorbereid op alle denkbare omstandigheden hadden wij werkelijk alles bij ons wat maar enigszins kan zweven. Met zijn drieën waren we goed voor niet minder dan 34 modelvliegtuigen en dat zorgt voor aardig wat gespreksstof op het veld. Niet dat daar op zo’n dag een gebrek aan is want als iets leuk is om te doen, dan is er over praten bijna net zo leuk en met 20 aanwezige piloten was het weer een gezellig samenzijn.
Het veld was vrij snel opgebouwd en na een korte briefing konden we ons weer helemaal uitleven op ons geliefde spelletje. Het was er ook weer een mooi dagje voor. Er stond niet veel wind, het was afwisselend bewolkt met een redelijke kans op hier en daar een bui en het was niet heel erg warm. Ik moest bijna een jas aan doen en dát wil wel wat zeggen!
Met mijn buitenlanding ervaring van vorig jaar op dit veld was ik blij dat de wind nu van de andere kant kwam. ‘Mijn’ bomenrij lag dus bovenwinds en dat is waar je voor de landing, meestal, niet laag rond hangt dus daar hoefde ik niet bang voor te zijn en het feit dat er benedenwinds ook veel bomen staan laat ik hier voor het gemak maar even buiten beschouwing.
De uitdaging zit hem in 1ste instantie ook niet in de landing. Dat is natuurlijk een onmisbaar onderdeel van vliegen, want er is er écht nog nooit eentje boven gebleven, maar dat moet je proberen uit te stellen tot vlak voor de toeter van het einde van de ronde. En daar zit de uitdaging in F5j: die 10 minuten vol vliegen zonder dat je zo hoog moet starten dat de strafpunten voor starthoogte je de das om doen.
Ik had laatst een gesprek met iemand die een F5j model niet uitdagend genoeg vond om mee te vliegen en daarom de klasse niet interessant vond. Ik moest zeker beamen dat in een thermiekbel vliegen met een f5j-model makkelijker gaat dan met ‘gewone’ zwever, maar de uitdaging van de wedstrijd zit hem juist in het vinden van die bel op hoogtes waar je met die ‘gewone’ zwever niet eens meer aan rondjes draaien denkt!
Dat argument maakte ik met Peter Zweers zijn officieuze Nederlandse Record van 32meter in het achterhoofd. Elke wedstrijd hoop ik weer zo’n kunststukje te mogen aanschouwen maar dat zat er vandaag niet in. De thermiek wás er zeker wel maar de omstandigheden waren er deze keer niet naar om het vanaf zo laag op te kunnen pakken. De 1000 met de laagste starthoogte was vandaag op 105 meter door Geert van Melick in de 1ste ronde maar ik denk dat het gemiddelde zo rond de 140 meter zat. (ik ben geen statisticus dus heb nooit echt de behoefte om dat helemaal na te rekenen)
Dat die starthoogte relatief hoog ligt betekend overigens niet dat het makkelijk was om die 10 minuten vol te vliegen. Zoals gezegd was er genoeg thermische activiteit en waar ergens lucht omhoog gaat, gaat ergens anders de lucht naar beneden en als je daar toevallig net even vliegt ben je het haasje en lig je te snel weer beneden.
Peter heeft ter lering en vermaak zijn altis-log bestandjes online gezet en daar zie je duidelijk dat het hem (en waarschijnlijk alle jongens in de top 6) op deze dag consequent lukt om binnen anderhalve minuut na ‘motor-uit’ iets van stijgen, of op zijn minst blijven hangen, te vinden. En daarnaast ook weg te blijven uit de gebieden waar niets te halen valt.
Ik ben heel blij met mijn hoogste score ooit: 95% Maar kijkend naar mijn eigen grafiekjes heb ik duidelijk nog heel wat te verbeteren. Ik heb dan wel 3 keer meteen de goede hoek gekozen en 1 keer had ik er ruim 4 minuten voor nodig maar ging toen toch ook als een speer omhoog. Maar dan blijven er 3 rondes over waar ik dus alleen maar naar beneden aan het vliegen ben en geen enkele stijgende activiteit wist te herkennen. Ik zeg nadrukkelijk dat ík het niet kon zien want het zát er wel! Dat heeft de top van het klassement weer laten zien vandaag.
Wat ook duidelijk is, is hoe belangrijk het is om ook minimaal die 10 minuten vol te vliegen. De uiteindelijke winnaar vloog alle 7 rondes uit tot de laatste secondes en tot en met de 7de plek zit er maximaal 1 ‘misser’ bij waar niet minstens 9 minuten gevlogen is. Heel kostbaar is die ene niet want het slechtste resultaat wordt geschrapt. Maar ondergetekende op P8 had naast de schrapper nóg 1 minder goede vlucht en dat is dan een dure als je een hoge positie in de ranglijst ambieert.
Toegegeven, het niveau en de concurrentie in de hogere regionen van het klassement is hoog, maar in het middenveld zijn ze ook goed aan elkaar gewaagd. De mannen die nog ‘gewoon’ met ribbenvleugels aan de start verschijnen laten zien dat je ook met een conservatieve hogere start en goed en zuinig vliegen, wat in mijn optiek snel de betere keus is boven laag je motor uit en hopen, je absoluut niet kansloos maken en ze hebben beide toch aardig wat in theorie betere kisten achter zich gelaten.
Als je dan in de gelukzalige omstandigheid verkeerd dat je het einde van de werktijd nadert komt dan eindelijk die landing waar ik dit stukje over begon. Wederom als je dus de luxe hebt dat te halen komt de kunst van het op tijd beneden zijn én ook nog eens op de stip te liggen voordat de toeter gaat. Dit leer je alleen maar door het heel vaak te trainen. Gewoon vrij vliegend is bijna elke vlucht voor mij tegenwoordig een f5j landing. Ik gooi mijn pet ergens op de grond en daar wil ik mijn kist op hebben…..punt!
Je kunt ook beter die laatste paar secondes dat je te vroeg binnen bent, ook al zijn dat er 20, opofferen om je te concentreren om die 50 bonuspunten te pakken. Dat is tenminste mijn visie: Op een gegeven moment en vanaf een bepaalde hoogte concentreer ik niet meer op die laatste secondes uitvliegen maar juist om die landing goed uit te voeren. Ik pak liever 50 punten, of daar zo dichtbij als ik maar kan, dan 5 seconden langer vliegen een daardoor maar 20 of 30 punten, en dat gaat mij niet onaardig af al zeg ik het zelf.
Dat komt waarschijnlijk door mijn beginjaren in de f5j waar ik maar zelden die 10 minuten haalde en alle tijd had om dan in ieder geval die landing goed te doen. Zeker toen je nog mocht herstarten, wat ik vaak nodig had omdat ik na 3 minuten alweer beneden lag, kon ik toch weer een keertje extra een landing oefenen. Ook hier laat de top van het klassement het lijken alsof het helemaal niet moeilijk is om op de laatste seconde binnen de 1-meter cirkel de grond aan te tikken. Werkelijk een genot om naar te kijken!
Deze keer was het Frank van Melick die aan het eind van de dag boven aan de lijst stond, met daar heel kort achter Karel van Baalen en Peter Zweers op een 3de plek.
Ik weet nu nog niet hoe het er in het NK-overzicht staat maar ik denk dat het heel erg spannend gaat worden wie er dit jaar met de titel van door gaat. 6 oktober is de laatste ronde van dit jaar op een voor mij nieuw veld van de ACK Kennemerland in Alkmaar, hopelijk zijn de weergoden ons gunstig gezind om daar een mooie afsluiting van het seizoen te vliegen!
Tot dan!
Justus
Mooi verslag Justus, en zeker, dit maakt het spelletje zo mooi. De spanning van de landing en die dan ook goed uitvoeren is nog steeds n uitdaging.